Flinders Island
Het grootste eiland van de Furneaux-groep
Flinders Island - het grootste eiland van de Furneaux-groep - werd in 1773 bij toeval ontdekte door Tobias Furneaux, in een zeer dichte mist was hij afgedwaald van de Endeavour. Tegenwoordig kunt u Flinders Island bereiken per vliegtuig vanuit Launceston of per veerboot vanuit Bridport. Als u vanuit het vaste land (Victoria) komt, kunt u in Moorabbin het vliegtuig nemen of de boot nemen in Port Welshpool. Flinders Island ligt voor de noordoostelijke punt van Tasmanië.
Er wonen slechts 900 mensen op Flinders Island en u ziet ze nauwelijks, want het eiland is toch nog 1333 km² groot. Wat u waarschijnlijk wel te zien krijgt, zijn de dieren en de vogels: de wallaby's en de wombats, de kleine winterkoning en de gigantische zwervende albatros. Maak een wandeling naar de lagunes en inhammen in het oosten, waar duizenden trekvogels uitrusten van hun lange tocht naar het zuidelijk poolgebied. In de zee kunt u duiken op gigantische krabben en kreeften en speuren naar zeehonden, dolfijnen en de walvissen die hier langs komen.
Bass en Flinders hebben Flinders Island per boot en te voet in 1798 en 1799 verkend, en nog steeds is een ouderwetse wandeltocht de beste manier om de plek te leren kennen.
Een groot deel van Flinders Island is nu natuurreservaat waar u een overvloed aan wilde dieren en witte stranden vindt, die contrasteren met de rotsen van het - onder wandelaars populaire - Strezelecki National Park. Het park ligt in het zuidwesten van Flinders Island. Het park heeft een oppervlakte van 42 km² en is opgericht in 1967. Het park is genoemd naar de Poolse en ontdekkingsreiziger en geoloog Paul Edmund Strzelecki, die veel in dit gebied werkzaam was. Het park bestaat uit een kuststrook met landinwaarts enkele lage bergen met Mount Strzelecki als hoogste punt (756m). De bodem bestaat voornamelijk uit graniet. De vegetatie in het park is redelijk uniek, omdat dit één van de weinige plaatsen is, waar de vegetatie van het vasteland van Australië voorkomt met de eilandvegetatie van Tasmanië. Let op de roze en grijze granieten rotsen van Mount Strzelecki en Mount Killiecrankie en de beekjes, zandduinen en de rustige, groene landbouwvelden.
Loop langs de lange ongerepte stranden die bezaaid zijn met zwerfkeien die met oranje mos zijn bedekt, en ga op jacht naar de topaas die de Killiecrankie-diamant wordt genoemd. Echte ontdekkingsreizigers gaan altijd met een schat naar huis.
Aan het einde van de 18e eeuw werd het eiland bevolkt door zeehondenjagers en hun vrouwen, meest Aboriginals. De zeehondenstand kelderde echter al gauw en de laatste vergunning tot zeehondenjacht werd in 1828 toegekend. Een groot aantal van de zeehondenjagers en hun gezinnen besloten op de Furneaux-eilanden te blijven wonen, waar ze in hun levensonderhoud voorzagen door het houden van vee en de jacht op de op de Furneaux-eilanden veelvuldig voorkomende dunbekpijl-stormvogel.
In 1833 werden de laatst overgebleven Tasmaanse Aboriginals overgebracht naar Settlement Point (ook bekend onder de inheemse naam Wybalenna, oftewel het huis van de zwarte man) op Flinders Island. Deze 160 overlevenden werden hier veilig geacht voor de blanke kolonisten, maar het verhuisplan bleek al snel gedoemd te mislukken. In 1847 verhuisden de 45 overgebleven Aboriginals opnieuw, dit keer naar Oyster Cove aan de oostkust van Tasmanië.
Vanaf het einde van de negentiende eeuw werd er land in bezit gegeven, maar pas in de jaren '50 werd er daadwerkelijk een begin gemaakt met de planmatige kolonisatie van het eiland. Er werden hoofdzakelijk kolonisten aangetrokken van het Tasmaanse vasteland en uit midden-Nieuw-Zuid-Wales die zich hoofdzakelijk aan de oostkust van Flinders Island hebben gevestigd.
Neem de stadjes Whitemark (de hoofdplaats) en Lady Barron of de gehuchtjes Emita en Killiecrankie als uitgangsbasis. Logeer in huisjes aan het strand, vriendelijke pubs en pensions of verwen jezelf met een health spa. Na de rantsoenering en bonkende galeischepen zouden Captain Cook en zijn bemanning beslist van een voedzame organische maaltijd en een ontspannende massage hebben kunnen genieten.
Furneaux Group
De Furneaux Group is een groep eilanden, gelegen ten noordoosten van Tasmanië. In totaal bestaat de groep uit 52 eilanden, Flinders Island is het grootste eiland van de groep. Andere eilanden van enige betekenis zijn Cape Barren Island en Clarke Island. Tobias Furneaux, de ontdekker van de eilanden groep, is de naamgever van de eilandengroep.
De Furneaux-eilanden werden in 1773 voor het eerst door Europeanen ontdekt toen Tobias Furneaux, een kapitein uit de ontdekkingsvloot van James Cook, de eilanden in zicht kreeg. Begin 1799 voltooiden de Britse ontdekkingsreizigers George Bass en Matthew Flinders de allereerste omronding van Tasmanië. Hiermee bewezen ze dat Tasmanië geen onderdeel uitmaakte van het Australische vasteland. Bass Strait werd naar Bass vernoemd en het grootste eiland van de Furneaux-eilanden kreeg Flinders' naam.