MacDonnell Ranges

Oeroud gebergte ten westen en oosten van Alice Springs

Dit oeroude gebergte strekt zich ten westen en ten oosten van Alice Springs uit. Het gebied kenmerkt zich door evenwijdig aan elkaar gelegen lage bergruggen en droge valleien. Ondanks het woestijnklimaat zien de valleien er redelijk groen uit. In de schaduw van de bergen zijn op veel plaatsen permanente waterplaatsen te vinden waar flora en fauna weelderig zijn. Zo is er bij waterplaatsen altijd veel begroeiing en ziet u vaak vogels en rotswallabies.

Op een aantal plaatsen zijn door erosie diepe kloven ontstaan. De bekendste kloven zijn Simpsons Gap, Standley Chasm, Ormiston Gorge en Palm Valley.

Met de Mereenie Loop Road kunt u langs deze kloven rijden op de route van Alice Springs naar Kings Canyon (uitsluitend met een 4WD auto mogelijk).

Mereenie Loop Road

De Mereenie Loop Road is een onverharde weg, waarbij u vanuit Alice Springs "binnendoor" naar Kings Canyon en Ayer Rock kunt rijden. U kunt daarbij een aantal prachtige kloven bezoeken in de Western MacDonnell Ranges. Als u deze route wilt rijden, dient u wel over een 4WD terreinauto te beschikken (tevens dient u in Alice Springs een visitors-permit aan te vragen voor dit gebied). Langs deze route is alleen brandstof verkrijgbaar bij Glen Helen en het kleine plaatsje Hermansburg.

Hoogtepunten van MacDonnell Ranges

Onderstaand vindt u een overzicht van diverse hoogtepunten van MacDonnell Ranges.

Gosses Bluff

Gosses Bluff is de naam van een inslagkrater bij Hermannsburg, ongeveer 175 km ten westen van Alice Springs. De krater is ontstaan door een inslag van een meteoriet ongeveer 142,5 ± 0,8 miljoen jaar geleden, in het Vroeg-Krijt, vrij kort na het einde van het Jura. Door erosie is de originele krater van 22 km diameter naar 5 km diameter gekrompen. De kraterranden zijn 150 m hoog en de diameter is 5 km. De meteoriet die insloeg zou een doorsnee van ongeveer 1 km gehad hebben en zich tot 5 km in de grond geboord hebben, waarbij hij volledig verdampte. Het idee dat de structuur door een meteorietinslag gevormd is werd voor het eerst voorgesteld in de jaren zestig aan de hand van straalkegels. De krater wordt door de Western Arrente Aboriginals Tnorala genoemd en is voor hen een heilige plaats. De krater ligt dan ook in het Tnorala Conservation Reserve. In de krater werd ooit aardolie gewonnen, tegenwoordig zijn alleen twee verlaten oliebronnen aanwezig.

Ochre Pits

De Ochre Pits (de naam betekent okerputten) zijn een populaire toeristische bestemming in de Western MacDonnel Ranges, ongeveer 50 kilometer ten westen van Alice Springs, langs de Larapinta Trail. De mijn behoort aan het Westelijke Arrernte volk. Voor 1880, toen Europeanen zich in het gebied vestigden, mochten alleen bepaalde mannen de oker verzamelen. De formatie bestaat uit verscheidene lagen rots in allerlei tinten, met opvallende kleurverschillen tussen de lagen. De oker werd door Aborigines traditioneel gebruikt in ceremonieën en werd verhandeld met naburige stammen. De okerverf vond zijn weg naar grote delen van Australië en werd geroemd om zijn eigenschappen: zacht bij aanraking, met sprekende kleuren en een zachte glans. De tinten lopen uiteen van goud tot een donker, naar paars neigend rood. Nadat de oker gedolven was, werd hij gemalen en gemengd met emoe-vet om lichamen mee te beschilderen voor ceremonieën.

West MacDonnell National Park

Het West MacDonnell National Park beschermt een gedeelte van het MacDonnellgebergte ten westen van Alice Springs. Het park is in 1992 opgericht en heeft een oppervlakte van 2069 km². De Larapinta Trail - een populair langeafstands-wandelpad - volgt het gebergte van oost naar west door het langgerekte (250 km) park. Enkele van de bezienswaardigheden in het West MacDonnell NP zijn: Ormiston Pound, Ellery Creek Bighole, Simpsons Gap, Mount Sonder en de Ochre Pits.